Prinsjesdag ligt alweer even achter ons en zijn de diverse onderwerpen van het Belastingplan voor 2016 al breed uitgemeten in de media. Nu het stof wat neerdaalt en er tijd is geweest om de voorstellen goed door te nemen (inclusief de commentaren en onderbouwing van de plannen) licht MasterPlanning er een paar onderwerpen voor u uit.
Verhoging en verruiming van de schenkingsvrijstelling
Ingaande 2017 gaat de schenkingsvrijstelling structureel omhoog naar €100.000 en wordt de beperking dat de schenking door ouders aan kind gedaan dient te worden losgelaten. De vrijstelling geldt dus straks voor iedereen. De ontvanger dient echter wel tussen de 18 en 40 jaar oud te zijn.
Opmerking MasterPlanning: Deze vrijstelling biedt ouders een uitgelezen mogelijkheid om invulling te geven aan een gestructureerde vermogensoverdracht naar kinderen. Of schenken dan de juiste oplossing is, hangt af van vele factoren. Zo zien wij de lening-variant nog steeds veelvuldig voorbij komen en blijkt bij herrekeningen dat de leenvariant (via een zogenaamde ‘Familie-Bank-constructie’) onder het huidige fiscale regime veelal interessanter is. Wij adviseren u graag over de kansen en mogelijkheden.
De belastingheffing op vermogen in Box 3 vanaf 2017
Kleine spaarders gaan minder belasting betalen en mensen met een groot vermogen gaan meer betalen. Dat is de hele korte samenvatting van het gedane voorstel om de ‘spaartaks’ te hervormen. De Vermogensrendementsheffing wordt door een nieuwe methode om het forfaitaire rendement te berekenen bepaald.
De gedachte achter de gestaffelde opbouw is dat kleine spaarders hun geld op een spaarrekening hebben staan, waarbij het veronderstelde rendement 131% van het gemiddelde rendement over 5 jaar op 3-maands deposito’s bedraagt. Het blijft een raadsel op welke wijze deze variabelen tot stand zijn gekomen en geeft naar onze mening aan dat de voorstellen enkel aan de rekentafel tot stand zijn gekomen.
Naarmate het vermogen groter is, veronderstelt de Overheid dat u deels of grotendeels belegt met de gelden en wordt op basis van een langjarig theoretisch rendement op een gemengde portefeuille gerekend. In casu 5,5% netto rendement op jaarbasis in het geval uw vermogen meer dan € 975.000 bedraagt na vrijstellingen.
Opmerkingen MasterPlanning: de regeling wordt er in de basis niet eenvoudiger op en het is zaak om uw vermogen én verplichtingen (denk bijvoorbeeld aan uw hypotheek) weer eens kritisch tegen het licht te houden. In eerste aanzet zou u via een Financiële Planning inzicht kunnen verkrijgen in uw heffingsgrondslagen: over welk vermogen betaalt u belasting en hoeveel?
Het veronderstelde netto rendement op een beleggingsportefeuille van 5,5% op jaarbasis is een percentage wat in de regel langjarig uiterst lastig te realiseren blijkt. De relatief hoge kosten die gepaard gaan met vermogensbeheer en de (veelal) te ambitieuze strategieën trekken mogelijk een zware wissel op het vermogen. Wellicht is een onafhankelijke beoordeling van uw totale financiële situatie een eerste grote stap naar een scherpere inrichting en forse reductie van kosten? Wij van MasterPlanning adviseren u hier graag over.
Verlaging van de hypotheekrenteaftrek
In lijn met de eerder doorgevoerde bepalingen wordt de hypotheekrenteaftrek voor de komende jaren gestructureerd verlaagd. Waar over het belastingjaar 2015 het saldo van de betaalde hypotheekrente minus de bijtelling van het eigenwoningforfait nog tegen een tarief van maximaal 51% in aftrek kan worden genomen, daalt dit de komende jaren met 0,5% per jaar tot uiteindelijk 38%.
Opmerkingen MasterPlanning: deze maatregelen zijn al enkele jaren terug doorgevoerd en hebben in de portemonnee nog niet echt een voelbaar effect. De combinatie waarbij deze aftrek de komende jaren verder wordt afgebouwd én de verhoging van de te betalen belasting op uw vermogen kan wel leiden tot het maken van keuzes om uw hypotheek (deels) af te lossen uit uw beschikbare vermogen. Dergelijke keuzes hangen samen met vele factoren en het is zaak u hierover goed te laten informeren.
Voor panden met een WOZ-waarde van meer dan € 1.050.000 geldt een afwijkend bijtellingspercentage wat leidt tot een fors hogere bijtelling en dus een verdere beperking van de hypotheekrenteaftrek. Was de bijtelling over de waarde boven de ‘villa-grens’ van € 1.050.000 in 2013 nog 1,55%, wordt deze vanaf 2016 verhoogd naar 2,35%.