Ieder jaar worden op Prinsjesdag maatregelen gepresenteerd die betrekking hebben op het aankomende jaar. Wijzigingen op gebied van belastingen, heffingskortingen en allerhande grotere en kleinere maatregelen die impact hebben op uw koopkracht. Veelal is dit een verzameling van plusjes en minnetjes, die per saldo nu blijkens de voorlopige uitkomsten een licht positief beeld schetsen.
Van de koopkrachtplaatjes worden wij echter nu nog niet wild, waarschijnlijk gaan de echt interessante wijzigingen pas na de verkiezingen en kabinetsformatie komen.
Uit alle maatregelen filteren wij nu een aantal onderwerpen die relevant voor u kunnen zijn en soms wel wezenlijke impact kunnen hebben voor u individueel.
Wonen en Hypotheek
Als u eigenaar bent van een eigen woning, dan verandert er het komende jaar relatief weinig.
Licht positief is dat het Eigenwoningforfait verlaagd wordt van 0,45% naar 0,35% (tot een woningwaarde van € 1.200.000) wat leidt tot een iets lagere fiscale ‘bijtelling’. Door de toenemende woningwaardes zal het effect in de portemonnee echter gering zijn. Het tarief waartegen de hypotheekrenteaftrek toegepast kan worden, blijft op 37%. Maar dit was al lopend beleid.
Wat voor starters (of eigenlijk hun ouders) een puntje van aandacht kan zijn, is het vervallen van de schenkingsvrijstelling voor aankoop van een eigen woning. Waar de zogenaamde ‘jubelton’ vorig jaar al is vervallen, wordt nu ook de nu nog van toepassing zijnde vrijstelling van € 28.947 geschrapt.
Tip van Geert van den Doel:
“Bent u voornemens om uw kind te helpen bij de aankoop van een eigen woning? Dan is het zeker aan te raden om hiervoor tijdig plannen te maken, zodat u nu nog eenmalig kunt profiteren van de geldende vrijstellingen.”
Per 1 januari 2024 wordt de startersvrijstelling verhoogd van € 440.000 naar € 510.000.
Dit betekent dat starters (én doorstromers!) in de leeftijd van 18 tot 35 jaar bij aankoop van een eigen woning met een koopsom tot € 510.000 geen overdrachtsbelasting verschuldigd zijn. Hierbij gelden uiteraard een aantal voorwaarden. De woning moet o.a. door de kopers zelf bewoond gaan worden en er mag niet eerder gebruik gemaakt zijn van de startersvrijstelling.
Vermogen
Belangrijkste nieuws is dat de beoogde invoering van een nieuw belastingstelsel voor box 3 uitgesteld wordt. Was aanvankelijk het plan om dit in 2026 te introduceren, nu wordt dat doorgeschoven naar 2027.
Op zich is dit uitstel een prettig gegeven.
Want de doelstellingen van het huidige kabinet zijn vrij helder: vermogen kan en zal fors zwaarder belast gaan worden. Hieronder vallen spaartegoeden, beleggingen en deelnemingen. Maar ook (verhuurd) onroerend goed. Belangrijkste veranderingen die onderdeel zijn van deze plannen zijn het belasten van de werkelijk behaalde resultaten; het totaalvoordeel in box 3 moet worden belast, de ‘vermogensaanwasbelasting’. Zo dus ook waardegroei!
Tip van Henk Dubbeld:
“Belastingplichtigen moeten bij de vermogensaanwasbelasting jaarlijks de waarde bepalen van hun bezittingen en stortingen en onttrekkingen bijhouden. Daarmee krijgt de belastingplichtige een administratieplicht. Via onze dienstverlening Personal Family Office kunnen wij onze cliënten hier nu al uitstekend bij helpen!”
Punten die wel doorgang vinden zijn redelijk overzichtelijk.
Het tarief voor box 3 gaat omhoog naar 34%. De vrijstellingen worden voor komend jaar niet geïndexeerd en blijven € 57.000 per persoon.
Onderlinge schulden en vorderingen in box 3 tussen fiscale partners en tussen ouders en minderjarige kinderen worden gefiscaliseerd. Ze worden dan niet meer als bezitting of schuld meegenomen in de aangifte Inkomstenbelasting. Een prima maatregel, biedt meer overzicht.
Ondernemer (DGA en IB-ondernemers)
Vanaf 2024 komen er twee schijven in box 2. Een maatregel die onder andere als doel heeft om DGA’s jaarlijks hun overwinst uit te laten keren. Belastinguitstel wordt hiermee vermeden. En verder wordt hiermee de belastingdruk meer in lijn gebracht met box 1. Al met al vanuit financieel oogpunt niet zo fijn voor de DGA.
De MKB-winstvrijstelling wil het kabinet verlagen van 14% naar 12%. Bovendien wordt ook de zelfstandigenaftrek sneller afgebouwd, van € 5.350 in 2023 naar € 900 in 2027. Voor 2024 is deze post nog € 3.750.
De startersaftrek laten ze ongemoeid, deze blijft € 2.023.
Per saldo leiden deze maatregelen tot een hogere belastingdruk voor DGA’s en ondernemers (IB, VOF etc), inkomensplanning kan een goed instrument zijn om optimaal van de nog beschikbare fiscale regelingen te profiteren. MasterPlanning helpt u hier graag bij.
Pensioen en AOW
De AOW-leeftijd stijgt niet in de periode 2024 – 2028 en deze blijft staan op 67 jaar. In de jaren na 2029 zullen naar het zich laat aanzien, wel verhogingen van de AOW-leeftijd doorgevoerd worden.
De Wet toekomst pensioen (Wtp) is ingegaan per 01-07-2023. Deze heeft een enorme impact op de pensioenregelingen van miljoenen deelnemers, hierover hebben wij ook al eerder geschreven. Het implementatietraject gaat van start.
Het kabinet wil dat ook zelfstandigen een fatsoenlijk pensioen opbouwen. De mogelijkheden hiervoor zijn fors verruimd en het is zeker aan te bevelen hier goed gebruik van te maken. Er zal aan dit onderwerp later meer aandacht besteed worden.